De klimaatparadox

19 juli 2021

Leestijd: ongeveer drie minuten

Foto: ANP

De overstromingen van de afgelopen dagen brengen verhitte discussies op gang. Als iemand het woord ‘klimaatverandering’ in de mond neemt, kan deze persoon rekenen op een flinke scheldkanonnade. Er wordt geroepen dat klimaatverandering een hoax is en dat iedereen die daarin meegaat, dom, onwetend en goedgelovig is.

Ik denk dat het probleem erin zit, dat klimaatverandering nu erg simplistisch wordt voorgesteld: er zit te veel CO2 in de atmosfeer, en daarom zien we nu droogtes, stormen en overstromingen. We krijgen ook wel te horen over andere broeikasgassen, maar het blijft een simpel verhaal van oorzaak en gevolg. Dat past binnen het lineaire denken dat we op school leren. Vandaar dat de mensen die een ander narratief aanhangen ook met maar één oorzaak aankomen: het is de zon, HAARP of de natuurlijke cyclus van de Aarde.

De overstromingen zijn natuurlijk niet veroorzaakt door een te hoog CO2-gehalte. Maar uit dergelijke gebeurtenissen blijkt wel dat ons klimaat steeds grilliger wordt: ‘klimaat’ is in feite het complex aan omstandigheden waarin wij moeten zien te overleven. Hoe grilliger ons klimaat, hoe moeilijker dat wordt. Opmerkingen als ‘rot toch op met je klimaat’ zijn dan ook niet gericht op het klimaat, maar op de maatregelen die genomen worden en vrijwel altijd kant noch wal raken. Pijnlijk voorbeeld is de grootschalige inzet op biomassa als energiebron, omdat dat zogezegd CO2-neutraal zou zijn. Dit is een bijzonder slecht idee, omdat bomen ons klimaat reguleren. Daarvoor moeten ze wel onderdeel zijn van een complex ecosysteem, monoculturen werken niet.

Bomen en planten voegen water (H2O) en koolstofdioxide (CO2) samen tot biomassa: die bestaat voor 96% uit koolstof (C), waterstof (H) en atomaire zuurstof (O). Die biomassa is het voedsel voor alle levende organismen op het land. Heel belangrijke groepen die door bomen en planten gevoed worden, zijn bacteriën en schimmels: zij houden bodemdeeltjes bij elkaar met hun kleefstoffen. Ook wormen helpen een flink handje mee. Een bodem waar bomen op staan, is dankzij de constante aanvoer van organisch materiaal (boomblaadjes, takken en dode bomen) heel rul; daar zorgt het bodemleven voor. Water kan dan heel makkelijk de bodem binnendringen en wordt daar ook heel goed vastgehouden. Ook slaan de regendruppels niet direct op de bodemdeeltjes in en worden bodemdeeltjes door wortels bijeengehouden, waardoor de kans op watererosie extreem klein is. Dergelijke bodems kunnen onvoorstelbare hoeveelheden water vasthouden: per procent organische stof (die makkelijk meer dan 10% zou kunnen bedragen) kan een bodem 170.000 liter water per hectare vasthouden. In het geval van 10% organische stof zou dat 170 millimeter water zijn. 

Als een bodem kaal is, slaat deze meteen dicht door de inslagen van regendruppels. Dan gaat het water bovengronds afstromen, met erosie tot gevolg: te zien als bruine modderstromen. Uit een gezond bos komt helder water. Ook verharde oppervlakken, zoals tegels, stenen en asfalt, laten geen water door. Zeker in gebieden waar hoogteverschillen zijn, kan dit lokaal tot enorme problemen leiden: al het water concentreert zich dan op één plek, namelijk het laagste punt. Zonder bomen en planten geen gezonde bodem, zonder gezonde bodem geen wateropslag. 

Een volwassen boom verdampt per dag duizenden liters van dat water. Waterdamp is een van de sterkste broeikasgassen, maar ook de bron van neerslag. Dichtbij de kust kan waterdamp uit de oceaan komen en boven land neerslaan, maar verder het land in moeten bomen de benodigde waterdamp produceren. Anders treedt er droogte op in het binnenland. De schimmels, die door bomen van voedsel worden voorzien, produceren paddenstoelen. Die paddenstoelen produceren sporen, die hoog in de atmosfeer dienen als condensatiekernen: kleine deeltjes waaraan waterdamp zich kan hechten, zodat er wolken ontstaan. Dit heeft een verkoelend effect, omdat de wolken de zonnewarmte meteen de atmosfeer uit kaatsen. Ook verdwijnt het broeikasgas waterdamp in de vorm van regen uit de atmosfeer. En in plaats van gigantische hoosbuien, krijg je een neerslagpatroon dat past bij ons klimaat. Zonder bomen geen schimmels, zonder bomen en schimmels geen gezonde neerslagpatronen.

De overstromingen zijn niet veroorzaakt door een te hoog CO2-gehalte, ze zijn veroorzaakt door een complex aan oorzaken: slecht bodembeheer, bomenkap, verstening, … Dit kun je samenvatten als de vernietiging van ecosystemen. Al die oorzaken dragen bij aan de verstoring van de waterkringloop en de grillige temperaturen die daarmee gepaard gaan. Ze worden niet veroorzaakt door het klimaat, ze zijn het klimaat. Ons klimaat wordt bepaald door de manier waarop we met onze natuurlijke omgeving omgaan. We zijn geen onschuldige slachtoffers, we zijn net als alle andere organismen architecten van een mooiere wereld. Als we daarvoor kiezen.

We kunnen heel lang gaan bekvechten over het antwoord op de vraag of de ramp nou wel of niet door klimaatverandering komt, maar dat zal nieuwe overstromingen en droogtes (die in feite dezelfde oorzaken hebben) niet voorkomen. Wat de getroffen mensen en dieren nodig hebben is ecosysteemherstel op grote schaal. Dat is ook wat de planeet nodig heeft om haar homeostase te kunnen behouden. Het leven op Aarde werkt alleen als er diversiteit is, waardoor er veel relaties kunnen zijn. 

Deze blog elders op internet

Fb Facebook | Li LinkedIn | Website A New And Ancient Story

Lees verder
Vorige blog:
De hele olifant in beeld
Volgende blog:
De kracht van woorden