Dit artikel verscheen in december 2013 op nummer 123 van ZOZ - Tijdschrift voor doen-denkers.
Je kunt dit artikel ook als pdf downloaden.
Leestijd: ongeveer drie minuten
In mei verscheen bij uitgeverij Jan van Arkel Het Bodemvoedselweb, de Nederlandse vertaling van Teaming with Microbes van Jeff Lowenfels en Wayne Lewis. Deze bestseller heeft in de V.S. heel wat mensen anders naar de bodem doen kijken; hopelijk straks ook in het Nederlandse taalgebied. Slechts weinig mensen realiseren zich dat er onder de grond een complex ecosysteem te vinden is. Hoe complex het is weten we eigenlijk niet eens, want toen de bodemwetenschap begon met haar onderzoek werd verondersteld dat we tot dan toe misschien 10% van het bodemleven in kaart hadden gebracht. Nu is dat bijgesteld naar 0,01%. Toch is dat al zo veel dat je daar heel interessante boeken mee kunt vullen.
De bodem leeft!
Bij een bodem denken de
meeste mensen aan een inert medium, een houvast voor planten. Vandaar
dat we het niet vreemd vinden dat boeren het land opgaan met zware
machines, het land omploegen en bemesten met op zouten gebaseerde
meststoffen. Die kunstmest voedt de planten, maar helaas niet het
bodemleven. Terwijl het bodemleven, ook bij het gebruik van kunstmest,
verantwoordelijk is voor het beschikbaar maken van voedingsstoffen voor
de plant. Zo zijn we sinds de Tweede Wereldoorlog zeven keer meer
stikstof gaan gebruiken en drie keer meer fosfaat. De opbrengsten zijn
echter slechts verdubbeld. Dat zit zo: fosfaten zijn enkele seconden na
het toevoegen aan de bodem al niet meer beschikbaar voor de plant. Deze
essentiële voedingsstof (onder andere voor de fotosynthese) moet eerst
vrijgemaakt worden voordat deze weer opgenomen kan worden door een
plant. Mycorrhizale schimmels en speciale bacteriën zijn daar heel goed
in, maar helaas worden die door het ploegen, de kunstmest en de
pesticiden vernietigd. Daardoor hebben we steeds meer kunstmest nodig.
De overgebleven nitraten en fosfaten spoelen bovendien makkelijk weg,
waardoor onze waterwegen en oceanen last hebben van eutrofiëring, met
gigantische dode zones tot gevolg. In een levende bodem, waar het boek
over gaat, blijven de voedingsstoffen echter behouden: ze worden
vastgehouden in de lichamen van de kleinste leden van het
bodemvoedselweb, de bacteriën en de schimmels. Pas als deze opgegeten
worden komen de voedingsstoffen weer vrij. In een gezonde bodem zitten
daarnaast nematoden (aaltjes dus), protozoa (pantoffeldiertjes en
amoeben, bijvoorbeeld) en allerlei andere organismen die de bacteriën en
de schimmels opeten. De overtollige voedingsstoffen komen er aan de
andere kant weer uit en zijn opneembaar voor de plant. Dit proces gaat
het hele groeiseizoen door en zo komen er steeds kleine hoeveelheden
voedingsstoffen vrij. Net als mensen willen planten en micro-organismen
steeds kleine beetjes eten. En het bodemleven zorgt daarvoor: een
langzaam stromende bron van stikstof, fosfor, magnesium, zink, water…
een heel lange lijst cruciale voedingsstoffen.
Herstel en onderhoud
We
moeten dus het bodemleven terugkrijgen en gaan voeden. Het terugkrijgen
doe je bijvoorbeeld door goede compost te gebruiken (die naar bosgrond
ruikt en absoluut niet stinkt). Als je een grote tuin hebt is het
toevoegen van compost een hoop werk. In dat geval kun je ook compostthee
maken: in een emmer met water en goede compost laat je minstens 24 uur
een aquariumpompje lucht door het water borrelen. Je voegt in het begin
voedingsstoffen toe, zoals bijvoorbeeld melasse, waarmee de bacteriën
zich voeden. Op deze manier zul je een thee krijgen die uitstekend
geschikt is voor je moestuin.
Als je compost of compostthee hebt
gebruikt, wil je natuurlijk wel dat de organismen die je hebt toegevoegd
blijven leven. Je moet ze dus voeden. Dit doe je door organisch
materiaal op de bodem te laten liggen (mulchen). Maar ook levende
planten voeden het bodemleven. Dit doen ze door middel van
worteluitscheidingen die uit eenvoudige koolstofverbindingen bestaan.
Levende planten zijn de beste mulch die je kunt hebben!
Geen chemische stoffen meer
De landbouw is niet alleen een belangrijke veroorzaker van klimaatverandering. Landbouw biedt waarschijnlijk de enige kans om catastrofale klimaatchaos te voorkomen – als het niet al te laat is. Als we het organische stofgehalte van de cultuurgronden met 1 of 2% weten te verhogen (en dat is feitelijk heel makkelijk haalbaar), dan kunnen we de CO2-gehaltes terugbrengen naar vooroorlogse waarden. Daarvoor is een andere landbouw nodig; geen kunstmest, geen pesticiden en minimale bodembewerking. Is dat mogelijk? Natuurlijk. Maar je bent dan afhankelijk van het bodemvoedselweb. Niet alleen om de planten te voeden, maar ook om ze te beschermen tegen de aanvallen van plaagdieren en ziekten. Want vitale planten worden niet opgegeten door plaagdieren, alleen zwakke planten worden door ze opgeruimd. Dat is feitelijk niet erg, want waarom zou je zwakke planten willen eten? ‘Het Bodemvoedselweb’ geeft je de handvatten om gezonde planten te produceren en helpt je in te zien dat echt alle kleine beestjes helpen.
Wil je meer weten over het boek, kijk dan op deze pagina. Daar staan alle bij mij bekende verkooppunten op.