Vrede zijn

4 april 2022

Leestijd: ongeveer drie minuten

In de natuurlijke wereld vind je geen oorlog. Wij zien het het misschien wel zo, maar een roofdier gaat niet preventief zijn tegenstanders doden. Ze verdedigen hun eigen voedsel, maar ze claimen niet het alleenrecht op al het voedsel. Hun concurrentievermogen is altijd beperkt tot de energie van het individu of de groep.

Om oorlog te voeren heb je een verhaal nodig. Daarom kunnen mensen wel oorlog voeren: mensen kun je een verhaal vertellen, en daarmee overtuigen van iets. Het verhaal hoeft absoluut niet waar te zijn. Neem bijvoorbeeld de heksenvervolgingen: terugkijkend op deze gebeurtenissen, is het overduidelijk dat er geen rationele redenen waren om mensen zo te vervolgen. Hetzelfde geldt voor de joden of zigeuners of andere minderheden. Omdat we zo goed zijn in verhalen vertellen, en in verhalen geloven, zijn we al twaalfduizend jaar in een oorlog verwikkeld. Het wordt hoog tijd dat we dit soort verhalen voor eens en altijd naar het rijk der fabelen verwijzen.

Twaalfduizend jaar? Ja, we voeren al twaalfduizend jaar oorlog tegen de levende wereld. Met de aanvang van de landbouw zijn we namelijk anders gaan denken. In plaats van een liefdevolle kijk op onze omgeving, waarbij alles er mocht zijn, zijn we stapsgewijs steeds meer waardeoordelen gaan vellen. In toenemende mate werden alleen dingen die voor mensen nuttig zijn, welkom. Alle in onze ogen niet-nuttige planten, bacteriën, schimmels of dieren werden onze vijand en moesten verdelgd worden. We noemen ze onkruid, ongedierte, plagen, ziekteverwekkers, … zonder onze eigen rol in de problemen te erkennen. Oorlog is niet alleen de actieve daad van landen binnenvallen en mensen doodmaken, het is een manier van kijken naar de wereld. Een wereld van wij en zij; ik en de rest. Daarom is propaganda er altijd op gericht om de ‘vijand’ weg te zetten als onmensen. Ook hier wordt de eigen rol niet erkend: wij zijn de good guys, en wij zullen de bad guys wel eens een lesje leren. Die daad maakt ons ironisch genoeg meteen geen good guy meer.

Deze manier van denken heeft zich genesteld in de hoofden van vrijwel iedereen. Thich Nhat Hanh noemde de illusie van afgescheidenheid als onderliggende oorzaak; het is volgens hem ons aller levensdoel deze illusie te overstijgen. We zijn allemaal één, maar we ervaren dat niet meer zo.

In plaats van naar de poppetjes te kijken, of naar de gebeurtenis, zouden we naar de onderliggende patronen moeten kijken. Het heeft geen zin om iemand te verdrijven of te doden, als het onderliggende systeem ervoor zorgt dat er weer precies zo’n zelfde soort persoon voor in de plaats komt. Dat is hetzelfde als ‘onkruid’ (lees: wilde planten) trekken: als je de bodem niet verbetert (of eigenlijk: als je de wilde planten de bodem niet laat verbeteren), zul je steeds weer dezelfde wilde planten krijgen. Pas als de omstandigheden veranderen, zal de uitkomst anders kunnen zijn. Het inzetten van maaimachines, gasbranders, verdelgingsmiddelen en ander oorlogstuig zal er alleen maar voor zorgen dat de sterkste planten het overleven en steeds weer terugkomen.

Ook de bodem onder onze samenleving is zwaar gedegradeerd. Hierdoor ontstaan allerlei problemen, waarvan we de illusie hebben dat ze alleen op te lossen zijn door er kracht op uit te oefenen. Daarom roepen we heel hard dat de overheid onze problemen maar op moet lossen, want dat kunnen we toch niet zelf? Wij zijn maar nietige mensjes, alleen mensen met macht kunnen die grote problemen oplossen. Daarbij vergeten we dat niemand macht heeft. Iemand kan pas macht over andere mensen hebben, als zij hem die macht geven. En mensen die graag macht willen over andere mensen, dat zijn – niet geheel toevallig – narcisten, psychopaten en een enkele sociopaat.

In feite vragen we de overheid om meer controle over ons uit te oefenen, steeds strengere regels op te leggen en deze steeds hardhandiger te handhaven. Alles is gerechtvaardigd om het gedrag af te dwingen dat tot 'de oplossing' leidt. Toch zal geen enkele van die maatregelen leiden tot een verbetering van de bodem onder onze samenleving. Integendeel.

Als we zouden geloven in de kracht van gemeenschappen, dan zouden we het geloof dat een handjevol mensen ons moet regeren en alles voor ons moet oplossen, snel achter ons laten. We zouden ervaren dat wij de kracht hebben om samen de wereld te veranderen. Daarvoor moeten we eerst onszelf veranderen. We moeten vrede zijn, zoals Nhat Hanh het zegt. Vrede begint niet bij de wereldleiders. Vrede begint bij mij en bij jou. Bij de manier waarop wij kijken. Vergeet daarbij niet dat narcisten en psychopaten beschadigde mensen zijn, die gemeenschappen nodig hebben om te helen. En vergeet ook niet dat we allemaal in meer of mindere mate een narcist of psychopaat zijn. We zijn allemaal in meer of mindere mate beschadigd, getraumatiseerd.

Het gebruik van geweld is geen teken van macht. Het is juist een teken van machteloosheid. Als je echt machtig bent, zoals gemeenschappen dat zijn, dan heb je geen geweld nodig. Dan volstaat dialoog.

Deze blog elders op internet

Fb Facebook | Website A New And Ancient Story

Lees verder
Vorige blog:
Eerbied
Volgende blog:
Nuance