Leestijd: ongeveer zeven minuten
Dit was mijn inzending voor de Gaia Essaywedstrijd 2022 van GroenLinks.
Uitgangspunt
Om een economie te krijgen die onze thuisplaneet elke dag een stukje mooier maakt, is het
onvermijdelijk deze vanuit een ecologisch perspectief te beschouwen. Logisch ook: de stam
van beide woorden, 'oikos', betekent huis. Economie betekent huishouden, en dat impliceert
'zorg voor ons gezamenlijke huis'.
Samenwerking
Het eerste leven op Aarde was eencellig, maar al vrij snel leerden deze bacteriën dat het
slimmer was om samen te gaan leven in een biofilm. Dit slijmlaagje beschermt bacteriën
tegen invloeden van buitenaf. Het probleem was, dat ze allemaal dezelfde voedingsstoffen
nodig hadden en allemaal dezelfde afvalstoffen uitscheidden. Dat leverde enerzijds uitputting
en anderzijds vervuiling op. De oplossing was eenvoudig: bacteriën gingen elkaars
afvalstoffen als energie- en/of voedselbron gebruiken. Hoe groter de diversiteit, hoe minder
uitputting en hoe minder vervuiling. Deze gemeenschappen vormden de basis voor de
eukaryote cellen waaruit ons menselijk lichaam is opgebouwd. En die biljoenen cellen
werken ook weer samen. Hoewel veel mensen nog steeds denken dat competitie de drijvende
kracht is achter evolutie, is in werkelijkheid samenwerking de basis. Het ligt dan ook in onze
menselijke aard om samen te werken, hoewel we dat goeddeels verleerd zijn.
Diversiteit
Het is noodzakelijk dat de nieuwe economie diversiteit ondersteunt. Daar valt biodiversiteit
onder, maar ook neurodiversiteit. Dit begint bij het onderwijs: een onderwijssysteem dat het
kind de baas laat zijn over zijn of haar leerproces, zou de diversiteit enorm vergroten. In
plaats van alle aandacht te geven aan wat een kind niet goed kan, kunnen we veel beter de
aandacht laten gaan naar wat een kind juist wél goed kan, naar waar een kind op dat moment
in geïnteresseerd is en waar een kind energie van krijgt. Dit resulteert in unieke, gelukkige en
gemotiveerde volwassenen. Deze volwassenen zullen onderling afhankelijk van elkaar zijn,
omdat ze niet alles even goed kunnen. Dit laatste lijkt een zwakte, maar dit bootst de
diversiteit na die je ook in ecosystemen ziet. Wat de een produceert, verbruikt een ander, wat
die produceert, wordt door weer een ander verbruikt. Zo ontstaan webben van onderlinge
afhankelijkheid. Competitie is niet noodzakelijk om verder te komen. Samenwerken wel.
Iedereen doet waar hij of zij energie van krijgt en geeft zijn werk maar al te graag weg. Zo
maken we gebruik van elkaars gaven.
Het is diversiteit die ervoor zorgt dat alle problemen al opgelost zijn voordat ze een probleem
vormen. Diversiteit is de basis van veerkracht, en daarmee van gezondheid, op elk niveau.
Ook bedrijven en organisaties kunnen de diversiteit vergroten door niet te werken met vaste
taakomschrijvingen. Iedereen kan leren zien wat er moet gebeuren en dat vanuit een
intrinsieke motivatie gaan doen. Dit zijn niet altijd de leukste klusjes, maar wel het werk
waarvan iemand zelf ziet dat het gedaan moet worden.
Er zijn al steeds meer bedrijven die het afval van andere bedrijven gebruiken als grondstof,
zoals koffiedik om paddenstoelen op te telen. Binnen bedrijven kan dit ook gedaan worden.
Iemands energie die niet wordt ingezet, is ook een grondstof. Helaas gaat de meeste energie
verloren aan volslagen onzinnige taken en wordt het feitelijk afval. Wat een onbenutte
potentie!
Relaties
Een gemeenschap, zoals een ecosysteem, bestaat uit elementen, zoals dieren, planten,
schimmels en bacteriën. Deze stellen op zichzelf niets voor; het is noodzakelijk dat er relaties
zijn tussen die elementen. Er is een grote diversiteit aan soorten relaties denkbaar, van
mutualistische symbiose tot aan parasitisme. Wij hebben allerlei waardeoordelen over deze
relaties, maar ze zijn allemaal belangrijk. Hoe groter het aantal relaties en hoe groter de
diversiteit aan relaties, hoe kleiner de kans dat een bepaald organisme de boel overneemt. In
Nederland hebben we ruim 85% van de biodiversiteit vernietigd die we 200 jaar geleden nog
hadden. Dit levert allerlei problemen op met teken, eikenprocessierupsen, invasieve exoten
enzovoorts. Ook zie je dat de opportunisten vrij spel krijgen: duiven, meeuwen,
kraaiachtigen, ratten en dergelijke hebben geen specifieke eisen als het gaat om
nestgelegenheid en voedsel, en nemen het over van soorten die deze eisen wel hebben. Hier is
een duidelijke parallel te zien met multinationals, die overal de kleine ondernemers opkopen
of kapot concurreren. Daar is niets gezonds aan.
Zelforganisatie
Op het moment dat er een grote diversiteit is, treedt er zelforganisatie op – mits er relaties
zijn natuurlijk. Is er een bepaalde vervuiling? Dan komen er organismen die die vervuiling
als voedingsbron kunnen gebruiken. Zo ontdekken steeds meer bacteriën en schimmels hoe
ze plastic kunnen afbreken. De organismen staan in direct contact met hun omgeving en
accepteren feedback. Ze passen zich continu aan en stoppen met groeien zodra er schaarste
aan voedsel of ruimte optreedt.
Onze internationale economie accepteert geen feedback van de omgeving, groei gaat altijd
voor. Door fractioneel bankieren is er een groeidwang en zou krimp allerlei problemen, zoals
(hyper)inflatie veroorzaken. Dit is een onnatuurlijke situatie. In natuurlijke systemen komt
groei zeker voor, zelfs exponentiële groei komt voor. Maar die groei is altijd tijdelijk. De
groei vlakt na verloop van tijd af, en uiteindelijk sterft een organisme. De biomassa geeft
weer energie aan ander leven. Op zich is dit te vergelijken met het failliet gaan van bedrijven
en overnames, maar met een belangrijk verschil: de diversiteit aan leven neemt steeds verder toe, terwijl de diversiteit aan bedrijven steeds verder afneemt. Het zou gezonder zijn als er een grote diversiteit aan bedrijfjes was, die verschillende grondstoffen nodig hebben.
Waarde
Het is een bekende uitspraak: we kennen overal de prijs, maar nergens de waarde van. Kapitalisme kun je omschrijven als het omzetten van natuurlijk, sociaal, spiritueel en cultureel kapitaal in geld. Alles heeft een intrinsieke waarde, en die is feitelijk oneindig. Het kapitalistische systeem moet altijd op zoek gaan naar zaken die om te zetten zijn in geld. Dingen die vroeger gratis waren, hebben nu ineens een prijskaartje. Dingen die vroeger niet bestonden, zijn nu enorme melkkoeien. Een recente ontwikkeling is het omzetten van onze aandacht in geld: hoe meer uren we massaal naar een schermpje staren, hoe rijker bepaalde mensen worden.
Wij zouden niet kunnen leven op een planeet zonder bomen. Toch is het mogelijk een boom een financiële waarde toe te kennen. Als de financiële waarde van een in planken gezaagde boom hoger is dan een levende, dan is zijn lot bezegeld. Dat we daarmee ook ons eigen doodvonnis tekenen en dat niet doorhebben, is eens temeer een bewijs dat de huidige economie geen feedback accepteert – hij dendert doof en blind voort. Daarom is het van doorslaggevend belang dat economie zich op menselijke schaal afspeelt. Mensen hebben namelijk wel oog voor hun medemens, voor hun omgeving. Hoewel daar nog een wereld te winnen is.
Gemeenschappen
Het Ubuntu-principe betekent 'ik ben omdat wij zijn'. Het is niet mogelijk afgescheiden te leven van je omgeving en toch gelukkig en gezond te zijn. Mensen hebben niet alleen elkaar nodig, maar ook een zo groot mogelijke diversiteit aan ander leven. Complexe ecosystemen produceren zuurstof en schone lucht, zodat we kunnen ademen. Ze zorgen voor een gezonde waterkringloop, zodat er altijd schoon oppervlaktewater beschikbaar is om te drinken. Levende bodems zorgen voor gezond voedsel. Ze zorgen ervoor dat er geen plagen en amper ziektes zijn. Menselijke gemeenschappen produceren geluk, wijsheid, veerkracht, gezondheid, liefde, overvloed, schoonheid, heling, en nog veel meer. Alle gemeenschappen, of ze nou uit bacteriën bestaan of uit mensen, uit een of veel verschillende soorten, hebben een groepsintelligentie. Die intelligentie is groter naarmate er meer diversiteit is aan kennis en ervaring. Het is cruciaal dat we deze groepsintelligentie weer leren aanboren.
Onvoorwaardelijk geven
Als we onze samenleving zo zouden inrichten dat iedereen zijn of haar unieke capaciteiten kan inzetten, waardoor we onderling afhankelijk worden, zouden er lokale gemeenschappen ontstaan. Binnen deze gemeenschappen is het mogelijk elkaar te kennen. Als we van elkaar weten wat we nodig hebben, kunnen we alles wat er is laten stromen, in het vertrouwen dat hetgeen we nodig hebben ook weer bij ons terugkomt.
Overvloed
Overvloed betekent niet dat er van alles te veel is, maar dat alles er is op het moment dat je het nodig hebt. Dat is een wereld van verschil. In een ecosysteem zie je overvloed: hoewel er nergens te veel van is, zorgen de relaties tussen de organismen ervoor dat alles altijd op het juiste moment beschikbaar is. In onze economie zie je overdaad: er is van alles veel te veel, maar vanwege beperkende afspraken, zoals bezit en patentrecht is vrijwel niets echt beschikbaar voor mensen met weinig of geen geld. En dat is 95% van de mensheid. Op het moment dat we alle patenten laten vervallen en bezit om zouden vormen naar gebruik, zou iedereen gelijke kansen krijgen. We hoeven niet allemaal hetzelfde te hebben, want niet iedereen heeft dezelfde wensen. Maar de manier waarop het geld nu is verdeeld, is volkomen absurd. Er is zowel extreme armoede als extreme rijkdom. Zelfs extreem rijke mensen ervaren schaarste: ze hebben nooit genoeg. Overvloed vind je alleen bij mensen met veel relaties.
Rente
Als er rente zou zijn in een post-kapitalistische economie, dan zou dat negatieve rente moeten zijn. Niet van het soort waarbij geld van rijke mensen naar de bank stroomt, want dat is water naar de zee dragen. Rente zou van rijk naar arm moeten stromen, zodat de gelijkheid steeds groter wordt.
Geldschepping
Geldschepping is al net zo onnatuurlijk als rente. Stel je voor dat een vos tegen een ree zegt dat hij uit het niets de energie heeft gecreëerd om hem te kunnen verschalken – en dat de ree vervolgens gaat liggen en zich op laat eten, want als de vos het zegt … Het door private banken gecreëerde geld bestaat niet, en toch durven ze het uit te lenen en er rente over te vragen. Los van de ethische vraagstukken die dergelijke praktijken oproepen, zorgt de combinatie van geldschepping en rente ervoor dat er altijd meer schulden zijn dan geld; met andere woorden: onze planeet heeft schuld. Dat maakt onze economie er een van schaarste – niet omdat het moet, maar omdat het een enkeling heel goed uitkomt. Het maakt van geld een machtsmiddel in plaats van een ruilmiddel.
Het alternatief?
Ik geloof dat er niet slechts één alternatief moet zijn voor het kapitalisme, maar een ecosysteem aan alternatieven die gebaseerd zijn op vertrouwen, overvloed en gemeenschapsvorming. Mijn persoonlijke voorkeur is de geefeconomie. In een geefeconomie is degene die het meeste geeft, het rijkst. Het is een economie van overvloed.
Door alles gratis te maken, gaat alles stromen. We zien dit al bij Creative Commons. Door patentrecht te laten vervallen, zijn ideeën voor iedereen bruikbaar om op voort te bouwen. De evolutie van het leven op Aarde begon ook met een idee: het idee dat samenwerken slim is. Dat idee is door de rest van het leven op Aarde overgenomen, en met succes. Stel je voor dat dat idee gepatenteerd was!
Het menselijk lichaam streeft altijd naar een homeostase en de cellen verdelen de energie eerlijk. Als een paar cellen energie zouden gaan hamsteren, zou het lichaam sterven. Daar schieten die paar hamsterende cellen ook niets mee op. Het laten stromen van energie geeft de grootste kans op overleven. Op grotere schaal zie je hetzelfde.
Als organismen kunnen gaan en staan waar ze willen, en er is een rijkdom aan relaties, dan treedt er zelforganisatie op. Op het moment dat wij hekken of andere grenzen plaatsen, verdwijnt de zelforganisatie en ontstaat er overbevolking, ziekte, hongersnood en allerlei andere ellende.
In alle aspecten van het leven vertrouwen we niet meer op zelforganisatie en groepsintelligentie. We willen altijd de controle, maar controle is een illusie. Je moet namelijk steeds meer controle gaan uitoefenen om hetzelfde effect te bereiken. Dat is nooit vol te houden. Complexe, levende systemen, zoals ecosystemen en menselijke gemeenschappen, functioneren alleen als er geen controle over wordt uitgeoefend.
Als we alle grenzen laten vervagen, zeker ook de grenzen die alleen in ons hoofd te vinden zijn, dan wacht ons een gouden toekomst waarin elk organisme kan floreren.