Leestijd: ongeveer vijf minuten
De hiernavolgende wetten dienen om de term 'duurzaamheid' te definiëren. Soms zijn ze vergezeld van opsommingen in cursief.
Ze gelden allemaal voor populaties en snelheid van consumptie van goederen en hulpbronnen in de hoeveelheden zoals je ze in 2005 golden. Ze zijn misschien niet geschikt voor mensen in kleine groepen of voor primitieve volkeren.
Deze wetten worden geacht zeer degelijk te zijn.
De lijst is misschien niet compleet. Lezers worden verwelkomd om met de auteur te communiceren over punten die er wel of niet op horen.
Eerste wet: Groei van de bevolking en/of groei van de consumptiesnelheid van hulpbronnen kunnen niet volgehouden worden.
- Een groei van de bevolking van minder of gelijk aan nul en afnemende consumptiesnelheid van hulpbronnen zijn eerste vereisten voor een duurzame samenleving, maar nog niet genoeg.
- Niet-duurzaamheid zal het onvermijdelijke gevolg zijn van elk ontwikkelingsprogramma, als dat niet de tot doel heeft de bevolkingsgroei en het hulpbronverbruik stil te leggen (of te laten afnemen). Dit is ook van toepassing als het programma duurzaam genoemd wordt.
- De onderzoeks- en regulatieprogramma's van overheidsinstellingen die zijn belast met het beschermen van het milieu en duurzaamheid bevorderen zijn, op den duur, irrelevant tenzij deze nadrukkelijk het concept van draagvermogen aankaarten en ze de demografische oorzaken en gevolgen van milieuproblematiek grondig bestuderen.
- Gemeenschappen, of delen ervan, die afhankelijk zijn van groei van bevolking of consumptiesnelheid, zijn niet duurzaam.
- Mensen die groei van bevolking of consumptiesnelheid voorvechten, zijn advocaten van onduurzaamheid.
- Mensen die suggereren dat duurzaamheid behaald kan worden zonder bevolkingsgroei te stoppen, misleiden zichzelf en anderen.
- Mensen wier acties, direct of indirect, groei van bevolking of consumptiesnelheid veroorzaken, laten de gemeenschap verder van duurzaamheid af geraken.
- De term 'duurzame groei' is een oxymoron.
- Als het gaat om bevolkingsgroottes en consumptiesnelheid, dan geldt: 'de enige slimme groei is geen groei.' (Hammond, 1999)
Tweede wet: In een samenleving met een groeiende bevolking en/of een groeiende consumptie geldt: hoe groter de bevolking en/of de groei van de consumptie, hoe moeilijker het is om deze te transformeren naar een duurzame samenleving.
Derde wet: De reactiesnelheid van bevolkingen op veranderingen in vruchtbaarheid van mensen is gelijk aan de gemiddelde levensverwachting van een mens, zo'n 70 jaar. (Bartlett en Lytwak 1995) [Dit heet 'population momentum.']
- Een natie kan een bevolkingsgroei van nul bereiken als:
- de vruchtbaarheidsratio gelijk blijft aan het verjongingsniveau gedurende 70 jaar, en
- er geen netto migratie is gedurende die 70 jaar. Gedurende die 70 jaar blijft de bevolking doorgroeien, maar steeds minder snel tot de groei uiteindelijk stopt na ongeveer 70 jaar.
- Als we veranderingen willen doorvoeren in de bevolkingsgroei om deze te stabiliseren rond het midden of het einde van de 21e eeuw, dan moeten we dat nu doen.
- Dit moet binnen twee tot acht jaar gebeuren [gerekend vanaf 2005].
- Het zal moeilijk zijn politici te overtuigen om nu actie te ondernemen om de richting te veranderen, als de resultaten ervan binnen hun leven waarschijnlijk niet zichtbaar worden.
Vierde Wet: De grootte van de bevolking die onderhouden kan worden (de draagkracht) en de duurzame gemiddelde levensstandaard zijn omgekeerd evenredig aan elkaar. (Dit moet waar zijn, alhoewel Cohen beweert dat het aantal mensen dat de Aarde aankan niet bepaald kan worden. (Cohen, 1995))
- Hoe hoger de levensstandaard die men wenst, hoe urgenter de noodzaak om bevolkingsgroei te stoppen.
- Verminderingen in de consumptiesnelheid van hulpbronnen en verminderingen in de snelheid van vervuiling kan de draagkracht in de richting van een grotere bevolking doen verschuiven.
Vijfde wet: Een wereld waarin sommige regio's hoge levensstandaarden hebben en andere lage, is niet vol te houden.
Zesde wet: Landen kunnen niet allemaal tegelijkertijd netto importeurs van draagkracht zijn.
- Wereldhandel behelst de import en export van draagkracht.
Zevende wet: Een gemeenschap die mensen moet importeren om het dagelijkse werk te doen ("We kunnen geen lokale mensen vinden die het werk willen doen") is niet duurzaam.
Achtste wet: Duurzaamheid vereist dat de grootte van de bevolking kleiner is dan of gelijk aan de draagkracht van het ecosysteem voor de gewenste levensstandaard.
- Duurzaamheid vereist een balans tussen de menselijke gemeenschap en een dynamisch maar stabiel ecosysteem.
- Vernietiging van ecosystemen leidt in de regel tot het verminderen van de draagkracht en/of van de duurzame levensstandaard.
- De snelheid waarmee ecosystemen worden vernietigd, neemt toe naarmate de bevolkingsgroei toeneemt.
- Rijke landen, door hun wereldhandel, vernietigen de ecosystemen van minder ontwikkelde landen.
- Stilleggen van de bevolkingsgroei is noodzakelijk, maar is niet genoeg om de vernietiging van het milieu een halt toe te roepen. Dit geldt lokaal en globaal.
Negende wet: (De les uit De tragedie van de meent) (Hardin 1968): De voordelen van bevolkingsgroei en groei van consumptie komt een paar mensen ten goede; de kosten ervan worden door iedereen gedragen.
- Mensen die voordeel hebben uit groei zullen grote pressie blijven uitoefenen om bevolkingsgroei en groei van consumptie aan te moedigen en te ondersteunen.
- De mensen die groei aanmoedigen doen dit omdat ze weten dat groei goed voor ze is. Om het publiek hierin mee te laten gaan, moeten ze de mensen ervan overtuigen dat groei van bevolking en consumptie ook goed zijn voor de samenleving. [Dit is het Charles Wilson-argument: als het goed is voor General Motors, dan is het goed voor de Verenigde Staten] (Yates 1983)
Tiende wet: Groei in de consumptiesnelheid van niet-hernieuwbare bronnen, zoals fossiele brandstoffen, veroorzaken een dramatische vermindering in de beschikbaarheid van die bron.
- In een wereld met toenemende consumptiesnelheden is het bijzonder misleidend om de beschikbaarheid van hulpbronnen uit te drukken met de term 'bij gelijkblijvend gebruik,' ofwel zonder groei. Veel relevanter is de vraag wanneer de piek in de winning ervan zal plaatsvinden, zoals bijvoorbeeld bij de piek van de Hubbertscurve. (Hubbert 1972).
- Het is intellectueel oneerlijk voorstander te zijn van groei van consumptie van niet-hernieuwbare hulpbronnen terwijl je tegelijkertijd mensen geruststelt over hoe lang de hulpbronnen beschikbaar zullen blijven 'bij gelijkblijvend gebruik' (zonder groei).
Elfde wet: Het opraken van niet-hernieuwbare hulpbronnen kan uitgesteld worden, mogelijk voor een lange tijd, door:
- technologische vernieuwingen die de efficiëntie waarmee de bronnen worden gewonnen en gebruikt verhogen;
- gebruik van de bronnen in overeenstemming met het programma 'Verlengde Beschikbaarheid' ('Sustained Availability') (Bartlett 1986);
- recycling;
- het gebruik van vervangende hulpbronnen.
Twaalfde wet: Als grote moeite genomen wordt om de de efficiëntie waarmee hulpbronnen gebruikt worden te verbeteren, dan zullen de besparingen met gemak volledig teniet gedaan worden door het extra verbruik dat veroorzaakt wordt door een kleine toename in de bevolking.
- Als de efficiëntie van hulpbrongebruik toeneemt, dan is het gevolg meestal dat de bespaarde hulpbronnen niet apart worden gezet voor toekomstige generaties, maar meteen gebruikt worden om een grotere bevolking mogelijk te maken.
- Mensen hebben een enorme drang om alle beschikbare hulpbronnen meteen te vinden en in te zetten.
Dertiende wet: De voordelen van grote inspanningen om het milieu te sparen zijn makkelijk teniet gedaan door de extra milieubelasting als gevolg van een kleine toename in de bevolking.
Veertiende wet: (Tweede Wet van de Thermodynamica) Als de snelheid van de vervuiling de natuurlijke schoonmaakcapaciteit overtreft, dan is het makkelijker het milieu te vervuilen dan het schoon te maken.
Vijftiende wet: (Eric Sevareid's wet); De belangrijkste oorzaak van problemen zijn oplossingen (Sevareid 1970).
- Deze wet zou een centraal deel moet zijn van de hogescholen, zeker bij techniek.
Zestiende wet: Mensen zullen altijd afhankelijk zijn van landbouw. (Dit is de eerste van de twee postulaten van Malthus)
- De centrale taal van duurzame landbouw is het behoud van landbouwgrond. Die moet beschermd worden tegen verliezen ten gevolge van dingen als:
- Stadsuitbreiding en ontwikkeling
- Erosie
- Vergiftiging door chemicaliën.
Zeventiende wet: Als, voor wat voor reden dan ook, mensen falen de bevolkingsgroei en de consumptie van hulpbronnen stil te leggen, dan zal de Natuur dit doen.
- Naar huidige westerse standaarden, zijn de methoden van de Natuur om groei te stoppen wreed en inhumaan.
- Voorbeelden van de methoden van de Natuur om met populatie om te gaan die de draagkracht van hun landen hebben overschreden kun je elke avond in de nieuwsberichten over plaatsen waar grote groepen mensen hongersnood en ellende ervaren.
Achttiende wet: In lokale situaties binnen de VS, verhoogt het creëren van banen het aantal werklozen.
- Het creëren van nieuwe banen in een gemeenschap verlaagt tijdelijk het aantal werklozen (zeg van 5% naar 4%), maar daardoor trekken er nieuwe mensen naar de gemeenschap waardoor het aantal terugkeert naar zijn oude waarde (5%), maar omdat het 5% is van een grotere populatie, zijn er dus meer mensen werkloos.
Negentiende wet: Hongerende mensen geven niets om duurzaamheid.
- Als duurzaamheid bereikt moet worden, dan zal het benodigde leiderschap en de hulpbronnen moeten komen van mensen die geen honger lijden.