Onderlinge afhankelijkheid

IllustratieDeze column verscheen in april 2021 in nummer 262 van Website Onkruid.

Fb Facebook

Je kunt deze column ook als Pdf pdf downloaden.

Leestijd: ongeveer twee minuten

De leefwijze van mijn vrouw en mij is gebaseerd op ‘voor wat hoort niks’. Mensen ondersteunen ons op allerlei manieren onvoorwaardelijk en wij geven en doen ook alles onvoorwaardelijk. Maar we maken er geen transactie van: we doen het niet per se voor degenen die ons ondersteunen, we doen het voor het algemeen goed – anders zou het niet meer onvoorwaardelijk zijn.

Ik probeer het met een heel praktisch voorbeeld nog een beetje te verduidelijken. Stel je een dergelijk scenario voor:

Jan werkt in de tuin voor Piet, want Piet heeft zijn auto aan Jan uitgeleend. Jan heeft echter een hekel aan tuinwerk. Gelukkig heeft hij een website gebouwd voor Karin. Jan vraagt daarom aan Karin of zij zijn tuin wil doen, dan hoeft hij die niet ook nog te doen. Met frisse tegenzin doet ze dat, want voor wat hoort wat. Karin vraagt aan Koos of hij het terras een beetje recht wil leggen, want zij heeft al drie keer gratis zijn haar geknipt.

Iedereen in dit voorbeeld is constant bezig dingen te doen die ze liever niet zouden doen. Overal wordt een transactie van gemaakt (in dit voorbeeld zonder geld, maar het kan ook met). Alles wat ze doen of geven moet vereffend worden, anders ‘voelt het niet goed’.

Hoe anders is de dynamiek als iedereen onvoorwaardelijk geeft:

Herman vult zijn dagen met een breed scala aan activiteiten: wandelen, fietsen, computerwerk, lezen, koken, et cetera. Zijn kennis deelt hij met iedereen: hij weet veel over voeding, de natuur en computers.

Hij bouwt websites voor mensen en initiatieven waar hij achter staat. Tijdens het wandelen raapt hij afval op en maakt hij natuurfoto’s die iedereen mag gebruiken. Corry helpt iedereen die het wil met mediteren, past op kinderen, kan zeer aandachtig luisteren, bakt graag, zingt in een koor en geeft zanglessen. Koos is een beetje een huismus. Hij koopt zelden nieuwe spullen. Als hij wat nodig heeft, probeert hij het tweedehands te kopen. Zijn eten haalt hij bij de biologische boer om de hoek. Hij heeft nog nooit gevlogen; hij viert fietsvakanties in eigen land. Iedereen die hij ziet, begroet hij met zijn breedste lach. Jaap is mantelzorger. Iedereen staat voor hem klaar met heerlijke maaltijden, massages, boodschappen of huishoudelijke hulp.

Het verschil is groot: in het eerste geval doet iedereen wat er van hem of haar verwacht wordt en worden vooral de activiteiten gewaardeerd waar iemand anders direct profijt van heeft. In het tweede geval doet iedereen de dingen waar hij of zij energie van krijgt en die hij of zij echt belangrijk vindt. Alles wat iemand doet of niet doet is waardevol; iemands hele zijn wordt hierin meegenomen. De intentie waarméé je iets doet is belangrijker dan wát je doet.

In het eerste geval wordt elke relatie beëindigd door de transactie, in het tweede blijft de relatie openstaan. Zo ontstaat de onderlinge afhankelijkheid die ik in mijn vorige column noemde. Als je niets terug verwacht, voelt alles wat je doet goed.