In het oog van de storm

IllustratieDeze column verscheen in juni 2020 in nummer 257 van Website Onkruid.

Fb Facebook

Je kunt deze column ook als Pdf pdf downloaden.

Leestijd: ongeveer twee minuten

Een hamster verdubbelt elke week in gewicht: hij groeit exponentieel. Als hij daarmee door zou gaan tot hij een jaar oud is, dan zou hij na dat jaar negen miljard ton wegen. Zie je het voor je? Hij zou elke dag de jaarvoorraad mais en graan op kunnen eten en nog steeds honger hebben. De reden waarom we dit soort monstruositeiten niet overal zien, is dat alles op een gegeven moment tegen grenzen aanloopt. Zo’n hamster zou bijvoorbeeld last krijgen van de zwaartekracht, of voedsel- of ruimtegebrek. Een huisdier dat elke week de dubbele hoeveelheid voedsel en ruimte nodig heeft zou al snel je leven gaan beheersen.

Alles wat met een bepaald percentage groeit, groeit exponentieel. Zo ook onze economie. Economen vinden 2,8% een tegenvallende groei, maar het betekent dat de economie elke 25 jaar verdubbelt. Een economie van 1000 jaar oud moet dan in 25 jaar evenveel groeien als in de 1000 jaar ervoor. Een kind snapt dat dat niet alleen onmogelijk is, maar ook volkomen onwenselijk.

Veel mensen gaan door met hun jachtige bestaan totdat ze er vrij letterlijk bij neervallen. Mensen die hun eigen grenzen beschermen zijn nutteloos voor de machine die altijd, en op een steeds hoger toerental, door moet blijven draaien. Doordraaien tot de mensen, die de raderen van de machine vormen, ook doordraaien.

We zijn niet gebouwd om steeds harder te werken, steeds minder verbinding te voelen met onze medemens, steeds meer herrie, drukte en stank te moeten verstouwen, en steeds minder affiniteit te hebben met datgene waarmee we onze dagen vullen. We voelen ons steeds holler worden, terwijl onze huizen steeds verder uitpuilen.

Toen lag de machine ineens stil.

Heel even konden we ervaren hoe de wereld er uit zou kunnen zien als het najagen van groei niet meer het belangrijkste is. Heel even zagen we blauwe lucht, konden we vrij ademen en hadden we tijd voor onze gezinnen.

We konden tijdens het wandelen mijmeren over wat nu eigenlijk normaal is. Of we wel terug willen naar het normaal dat we kenden. En bovenal: hoe het nieuwe normaal er uit zou kunnen zien. Niemand heeft denk ik zien aankomen dat er zoveel zou kunnen veranderen in zo’n korte tijd. Of de veranderingen positief zijn laat ik in het midden, maar het bewijst dat de veranderkracht er is. Het enige dat nodig is, is een gemeenschappelijk doel.

We zagen een glimp van de toekomst die we diep in ons hart wilden, maar waarvan wij dachten dat zij onmogelijk was. Wellicht hoeven we haar alleen maar te omarmen.