6 mei 2021
de hoge grassen staan te zwaaien naar de buren
hun zaad springt als een duveltje uit hun doosje
terwijl de klimop stiekem over de schutting klimt
de lijster legt echt op alle slakjes zout
de specht zegt dat ie er getikt van wordt
en ook de strandloper wordt er tureluurs van
het baardmannetje drukt zijn snor
als de mus van de hak op de tak springt
en de kat naar de vogeltjes laat fluiten
de kruisbek heeft nog wat noten te kraken met de specht
de kleine karekiet bedankt de koekoek voor het veel te grote ei
terwijl de meeuw alvast het zilver voor de dwaalgast poetst
intussen schrijft de hooiwagen een brief op hoge poten
die door de duif voorzichtig in zijn postzak wordt geschoven
en met het schaamrood op de wangen door de schildpad wordt gelezen
‘ik ben hier niet om vliegen te vangen!’
zegt de spin die altijd mot zoekt
tegen de nachtvlinder die net een uiltje knapt
de egel is vandaag wat prikkelbaar
de blinde bij ziet het even niet meer zitten
maar de duizendpoot is eindelijk met het goede been uit bed gestapt