29 september 2022
Ik was net zwerfafval aan het opruimen. De meeste mensen zeiden niets, maar één mevrouw riep vanaf haar fiets dat ik goed bezig was. Ik zwaaide maar. Je zou denken dat ik blij ben dat mensen het zien en er positief op reageren. Maar nee.
Ik stoor mij eraan als mensen vinden dat ik goed bezig ben als het om zwerfafval gaat. Waarom? Omdat het benadrukt dat het niet normaal is. Excuses aan al die mensen die wel op een complimentje zitten te wachten, maar ik wil niet horen dat ik goed bezig ben. Ik wil hordes mensen hetzelfde zien doen. Zonder gêne. Zonder trots. Hooguit met enige schaamte dat we het met zijn allen zover hebben laten komen dat er wereldwijd elke minuut een vrachtwagen vol afval in de oceanen verdwijnt.
Jawel, elke minuut. In de anderhalf uur of zo dat ik bezig was, zijn er weer negentig vrachtwagens afval in oceanen terechtgekomen. Ik heb geen vuilniszak vol kunnen krijgen, hoewel ik hem wel met vele honderden stukjes glas, plastic, geverfd hout, blik en peuken heb gevuld. Heel veel peuken. Mijn bijdrage is een druppel op een gloeiende plaat en geen bedankje waard.
Wel verdiend het navolging. Al zou iedereen elke dag maar wat oprapen! Dan zouden er elke dag bijna acht miljard stuks zwerfafval verdwijnen en zou het binnen de kortste keren vechten zijn om een stukje plastic.
Nou ja, tot die tijd blijf ik dan maar goed bezig.