3 mei 2023
Leestijd: ongeveer twee minuten
Planten zijn mogelijk gemaakt doordat schimmels en algen grofweg 470 miljoen jaar geleden samen zijn gaan werken. Deze samenwerking is nog steeds de standaard, maar kan makkelijk verstoord worden.
Planten (waaronder struiken en bomen) kunnen door middel van fotosynthese koolstofdioxide uit de atmosfeer halen en samenvoegen met water. Feitelijk leggen ze de energie van de zon vast in hun biomassa. Een groot deel van die energie scheiden ze via hun wortels weer uit, in de vorm van koolstofverbindingen.
Voor het bodemleven zijn deze koolstofverbindingen vrijwel de enige bron van energie. Een speciaal soort schimmels dat samenwerkt met planten, de zogenoemde mycorrhizale schimmels, geeft voedingsstoffen en water aan de planten. De planten kunnen meestal niet overleven zonder een gezonde symbiose, en de schimmels kunnen niet zonder planten.
Planten krijgen van de schimmels onder andere stikstof in ammoniumvorm. Als er te veel opneembare stikstof in de bodem zit en planten daardoor makkelijk aan stikstof kunnen komen, gaan ze minder koolstofverbindingen uitscheiden. De schimmels kunnen dan, om toch aan koolstof te komen, op de plant gaan parasiteren.
Hoewel de plant wel stikstof binnenkrijgt, komen de andere belangrijke voedingsstoffen die zij ook nodig heeft, zoals fosfaat en zink, niet meer bij haar binnen.
Mensen zijn sociale wezens. Wij kunnen niet gelukkig zijn zonder elkaar; zonder gehoord en gezien te worden, zonder een plaats te hebben in onze samenleving. Onze capaciteit om samen te werken, wordt aangetast door ons onvermogen in dialoog te gaan. Als we naar elkaar zouden luisteren, écht zouden luisteren, zouden we niet alleen veel gelukkiger zijn, we zouden de groepsintelligentie aanboren die ons verder brengt. We zouden tot oplossingen komen die rekening houden met alle factoren. Niet alleen de boeren, de industrie, de bouwsector, de natuurorganisaties, de politiek of de burger, maar álle partijen kunnen samen tot een gemeenschappelijke oplossing komen. Als er maar diep geluisterd wordt.
Als planten en schimmels kunnen samenwerken, waarom kunnen wij dat dan niet? Omdat wij de illusie hebben dat we elkaar niet nodig hebben. Die illusie wordt bij ons gecreëerd door geld: zolang we geld hebben, denken we alles te kunnen krijgen dat we nodig hebben. Totdat de winkelschappen ineens leeg zijn, dan zien we het weer eventjes. Maar we zijn het ook zo weer vergeten. Planten kunnen het ook vergeten, als ze te veel stikstof tot hun beschikking hebben. Overdaad schaadt, of het nou geld of stikstof is.
Moeten we dan in schaarste leven? Nee, overdaad is wat anders dan overvloed. Overvloed betekent dat iedereen toegang heeft tot wat zij nodig heeft op het moment dat zij het nodig heeft. Daarvoor is het niet nodig dat er te veel van alles is, daarvoor is het nodig dat alles stroomt. Onvoorwaardelijk geven en ontvangen zorgt voor overvloed. De voorwaardelijkheid in onze huidige economie zorgt voor schaarste bij de een en overdaad bij de ander. Niemand ervaart echter overvloed.
Door goed te kijken naar dit soort processen, kunnen we een hoop inspiratie opdoen!